10/06/2019
Personeel en Organisatie Algemene Ziekenhuizen

De rol van medische diensthoofden in het veranderende ziekenhuislandschap

10 juni 2019

HET ARTS-DIENSTHOOFD VAN DE TOEKOMST

DE ROL VAN MEDISCHE DIENSTHOOFDEN IN HET VERANDERENDE ZIEKENHUISLANDSCHAP

Het ziekenhuislandschap is meer dan ooit in beweging. Dat zorgt voor heel wat nieuwe uitdagingen, niet in het minst voor ziekenhuismedewerkers. Ook de taak van de arts-diensthoofden verandert in sneltempo. Om een beter zicht te krijgen op hun noden startte Zorgnet-Icuro samen met MBA-student Tom David Van Meel een onderzoek om de evoluerende rol van medische diensthoofden in kaart te brengen. 

Het evoluerende ziekenhuislandschap brengt veranderingen mee voor heel wat mensen. Waarom een onderzoek specifiek gericht op medische diensthoofden?
Dr. Hilde De Nutte, stafmedewerker medisch beleid somatische zorg van Zorgnet-Icuro: “Uitgaande van de stelling dat artsenparticipatie op beleidsniveau belangrijk is voor ziekenhuis, patiënten en medewerkers, is het essentieel om de arts-diensthoofden te ondersteunen bij de uitvoering van hun takenpakket. Dat takenpakket vraagt namelijk heel wat andere capaciteiten dan wat nodig is voor hun klinische activiteiten. Zeker met zicht op de netwerkvorming die zich momenteel in de ziekenhuizen voltrekt, zal hun functie een stuk complexer en uitdagender worden. Met deze bevraging hopen we een beter inzicht te krijgen in waar ondersteuning nu en in de toekomst nodig is.”

Hoe ging dat onderzoek precies in zijn werk?
Tom David Van Meel, MBA-student: “Het onderzoek bestond uit twee belangrijke delen. Enerzijds was er een schriftelijke bevraging waarmee we wilden schetsen wat de rol en de functie van medische diensthoofden momenteel zoal omvat. Anderzijds hebben we een aantal van die artsen via focusinterviews verder bevraagd. In totaal vulden 205 arts-diensthoofden uit 19 Vlaamse ziekenhuizen de enquête in. Met 23 artsen in diverse rollen (hoofdarts, arts-diensthoofd, artsen in een associatie) gingen we tijdens een interview dieper in op de verkregen resultaten, om zo een nog beter inzicht te krijgen.”

Kwamen er opvallende resultaten uit de bus?
Tom David Van Meel: “Zeker en vast. Zo blijkt dat het overgrote deel van de arts-diensthoofden die we bevroegen, hun taak als arts-diensthoofd vandaag uitvoert in een hybride model, dus als een activiteit naast hun klinische praktijk en zonder enige vergoeding. Dat diensthoofdschap neemt momenteel, afhankelijk van ziekenhuis tot ziekenhuis, zo’n vier tot tien werkuren per week in beslag. En dat zal in de toekomst wellicht niet verminderen.”

Hilde De Nutte: “Inderdaad. Als je ziet hoeveel tijd en energie er nu al kruipt in het aansturen van de dienst, is dat iets waarover we de komende periode grondig moeten nadenken. De verdere ontwikkeling van de ziekenhuisnetwerken zal ervoor zorgen dat het takenpakket van medische diensthoofden alleen maar groter wordt. Bovendien zal de grootte van de nieuwe associaties ook extra taken met zich meebrengen. We kunnen ons dus de vraag stellen of dat in de toekomst nog werkbaar blijft.”

Tom David Van Meel: “Heel wat van die extra taken zullen bovendien ook nieuwe taken zijn. En dat kwam duidelijk naar voren uit de bevraging. Maar liefst 68% van de arts-diensthoofden geeft aan dat ze nood hebben aan andere opleidingen als antwoord op die taakverschuivingen. Tot op vandaag krijgen diensthoofden vooral de klassieke knowhow mee rond wetgeving, financiering en management. Met de shift naar ziekenhuisnetwerken zoeken zij meer naar soft skills: team coaching, onderhandelingstechnieken, vergadermethoden… We zien dus ook dat zij zich duidelijk bewust zijn van het feit dat hun rol in een ziekenhuisnetwerk heel wat andere kwaliteiten zal vragen.

Veel zal uiteraard ook afhangen van de grootte van dat netwerk. Indien de wetgever de mogelijkheid van een medisch diensthoofd voor het netwerk bepaalt en het netwerk ook die keuze maakt, zal die leiderschapsfunctie onvermijdelijk uitgroeien tot een voltijdse taak. Dat wil dan ook zeggen dat bepaalde artsen hun job als clinicus moeten verlaten om fulltime manager te worden. En dat is allesbehalve evident.”

Tom David Van Meel en Hilde De Nutte

Is het dan nog nodig dat dergelijke managementfuncties worden ingevuld door artsen?
Tom David Van Meel: “Dat is een interessante vraag waarvoor we vooral naar voorbeelden uit het buitenland hebben gekeken. Daaruit bleek dat er toch heel wat voordelen zijn als die functie door een arts wordt uitgevoerd. Er zal namelijk altijd een luik zijn dat gaat over de medische kant van de zaak. En wie is er beter geschikt om te beslissen over de inhoudelijke invulling van zijn vakdomein dan een arts zelf?”

Hilde De Nutte: “Dat wil echter niet zeggen dat bepaalde delen van het takenpakket niet uitbesteed kunnen worden aan anderen. Ik denk maar aan de financiële of organisatorische onderdelen.”

Tom David Van Meel: “Dat blijkt inderdaad een model dat ook in het buitenland en in literatuur succesvol wordt toegepast. In een ideale situatie kunnen medici zich bezighouden met het medische luik, en kunnen zij zich laten omringen door professionals die verantwoordelijk zijn voor de andere componenten. Zeker voor grote netwerken lijkt dat een logische beslissing.”

“Het merendeel van bevraagden voert zijn taak als arts-diensthoofd vandaag uit als een activiteit naast hun klinische praktijk, zonder enige vergoeding.”

Hoe zien de diensthoofden de evolutie naar ziekenhuisnetwerken zelf?
Tom David Van Meel: “Van de bevraagde diensthoofden geeft 49% aan op dit moment al betrokken te zijn bij de netwerkvorming. Ik denk dat er nog wat tijd zal overgaan voor zij echt een concreet zicht zullen hebben op hun toekomstige rol. Wat fijn is om te weten, is dat, zelfs al is nog maar de helft betrokken bij initiatieven en werkgroepen rond de netwerkvorming, 42% van de arts-diensthoofden nu al aangeeft dat ze zeker een rol willen opnemen in het toekomstige netwerk. Dat getuigt van een groot engagement.”

Wat zijn de verdere plannen met het onderzoek?
Hilde De Nutte: “In een eerste fase gaan we op korte termijn feedback geven aan de ziekenhuizen die hebben deelgenomen aan de enquête. In een tweede fase willen we samen met de medische diensthoofden concreter bekijken wat wij als Zorgnet-Icuro voor hen kunnen betekenen. Iets wat we nu al met zekerheid kunnen zeggen, is dat de ziekenhuiscultuur nog enorm zal veranderen de komende jaren. In dat kader zijn we ons aan het focussen op opleidingsmogelijkheden rond changemanagement en soft skills, waarnaar in de enquête vraag was. 

In de basiswettekst rond de ziekenhuisnetwerken zitten momenteel nog heel wat hiaten. Er is nog nood aan extra uitvoeringsbesluiten. Ook daar kan Zorgnet-Icuro een belangrijke rol spelen om het beleid te tonen waar die knelpunten zich bevinden.”

 

TEKST: EVELIEN CHIAU • BEELD: MIEKE VASSEUR

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.