06/07/2021
Algemene Ziekenhuizen Woonzorg

“Ageism speelt gezondheidszorg voor ouderen parten”

GERIATER HILDE BAEYENS TREKT AAN DE ALARMBEL

"Ageism speelt gezondheidszorg voor ouderen parten"

Juli 2021

Geriater dr. Hilde Baeyens van AZ Alma in Eeklo trekt aan de alarmbel. Oudere patiënten krijgen niet de zorg die ze verdienen. Ze worden vaak gediscrimineerd en de zorg is te vaak niet aangepast aan hun noden en behoeften. Ageism is één oorzaak, de ongenuanceerde beeldvorming over geriatrie een andere. “Als geriater worden we dagelijks geconfronteerd met de gevolgen van een gezondheidssysteem dat onvoldoende is aangepast aan de noden van de oudere bevolking”, zegt dr. Baeyens.

De coronacrisis heeft een aantal dingen op scherp gesteld, maar uw ongenoegen zit dieper: de geriatrie en de oudere patiënten worden stiefmoederlijk behandeld?

“Geriaters hebben een sterke link met de eerste lijn, de woonzorgcentra en de derde lijn. Zo merken we waar de hiaten zitten, waar oudere mensen gediscrimineerd worden tegenover jongere mensen. Onze gezondheidszorg is niet altijd even accuraat. Als een scholier in de turnles zijn pols breekt, dan gaat hij in het gips en zes weken later doet hij opnieuw met alles mee. Als een 80-jarige valt en zijn pols breekt, krijgen we een ander verhaal. Zo hebben oudere mensen na een breuk vaak angst om te bewegen, wat hun revalidatie remt en hen afhankelijker maakt. Bovendien krijgt de patiënt pijnstillers, die verwardheid kunnen veroorzaken. Door een 80-jarige dezelfde zorg te bieden als een 16-jarige, bied je geen gelijkwaardige zorg. Ons gezondheidssysteem vertrekt traditioneel vanuit orgaanspecialismen en dat is niet de goede aanpak voor geriatrische patiënten.

Daarnaast zijn er de vele discriminaties. De vorige regering besliste bijvoorbeeld om psychologische hulp terug te betalen, maar alleen voor wie jonger is dan 65 jaar. Tijdens de coronacrisis werd die discriminatie gelukkig weggewerkt, maar de mobiele equipes van de psychiatrische liaisondiensten zijn niet vertrouwd met 75-plussers en hun problematiek. In de praktijk blijven de oudere patiënten in de kou staan. Als 75-plusser opgenomen in een ziekenhuis krijg je gratis psychologische bijstand via een intern liaisonteam geriatrie. Wie wordt opgenomen op de dienst geriatrie, moet hier wel zelf voor betalen. Psychologen zijn een voorwaarde voor het zorgprogramma geriatrie, maar worden niet gefinancierd voor dat aspect. Ziekenhuizen worden ondergefinancierd en moeten besparen. Vaak zijn oudere patiënten hiervan het eerste slachtoffer.”

Oudere mensen verdienen meer zorg en behandelingen op hun maat. Worden geriaters nog te weinig betrokken in de zorg voor oudere patiënten?

“Zeker! Dat komt mede door het tekort aan geriaters. Er zijn in ons land vijf keer meer pediaters dan geriaters. Een 80-jarige die een breuk oploopt wordt te vaak als een volwassene met een breuk behandeld. Terwijl er zoveel meer moet gebeuren. Moet een vitamine D-kuur worden opgestart? Is de val veroorzaakt door medicatiegebruik? Is er onderliggend cognitief lijden? Dat soort evaluaties gebeurt te weinig. Ook osteoporoseklinieken zijn hierop geen antwoord. Let wel, iedereen doet zijn best. Geriaters leiden mee de huisartsen hiervoor op. We krijgen veel huisartsen-in-opleiding (HAIO) op geriatrie, wat heel goed is. Maar met de huidige babyboomgeneratie zijn we gewoon met te weinig om overal te kunnen zijn. De klassieke geneeskunde kijkt alleen naar de vinger, de pols of het oor, en dat heeft een negatieve impact op de levenskwaliteit van oudere patiënten.

Tegelijk zijn de orgaanspecialisten noodzakelijk. Als iemand van 80 jaar borstkanker heeft, dan heeft die recht op een behandeling. Maar eerst moet een bilan opgemaakt worden: hoe goed functioneert het geheugen, hoe sterk zijn de botten en de spieren, wat is de psychische draagkracht, de voedingstoestand... ? Op basis van dat bilan kan je dan in overleg met de patiënt en de orgaanspecialist de meest aangewezen behandeling kiezen. Zo moet het. En niet zoals bijvoorbeeld in Nederland, waar iemand boven de 80 jaar geen hemodialyse meer kan starten, zelfs al loopt hij een marathon. Leeftijd mag nooit het enige criterium zijn om mensen al dan niet goede zorg te geven. De samenwerking met de nefrologen in ons ziekenhuis is schitterend, waardoor gewogen keuzes kunnen worden gemaakt in het belang van de patiënt. 

Iedereen weet wat een pediater doet, maar te weinig mensen beseffen wat een geriater doet. Vaak worden wij er pas bijgehaald als de orgaanspecialisten het niet meer weten. Dan moeten wij met onze expertise zien wat nog mogelijk is. Beter zou zijn om de geriaters proactief te betrekken vóór je een zware behandeling bij een 80-plusser start. Zorg, ook de meest innovatieve zorg, moet voor iedereen toegankelijk zijn, maar je moet altijd rekening houden met de individuele toestand van elke patiënt.”

Hilde Baeyens: "Ziekenhuizen worden door de slechte financiering gedwongen om te besparen. De zwaksten zijn de eerste dupe.”

Geriatrische expertise is in alle contexten noodzakelijk. Geriaters delen hun expertise outreachend, maar worden daar zelden voor erkend, laat staan voor vergoed?

“Bij transmurale zorg worden geriaters te weinig betrokken. We doen nochtans grote inspanningen. Sinds 2004 zitten we vier keer per jaar samen met de samenwerkende woonzorgcentra uit het Meetjesland. We maken organisatorische afspraken, maar werken ook inhoudelijk samen. Denk aan onze rol bij uitbraken van clostridium, MDRO, scabiës… Maar te gemakkelijk worden we over het hoofd gezien. Ik denk nu bijvoorbeeld aan de HOST-projecten die onlangs gelanceerd zijn. Daar is een huisarts en een klinisch bioloog voorzien, maar geen geriater.

We werken al jaren transmuraal. We zijn het ook wettelijk verplicht binnen het zorgprogramma. Maar we doen het allemaal belangeloos en voor niets. Niet alleen krijgen we geen erkenning voor dat werk, eigenlijk ontbreekt het ons ook aan de slagkracht om het goed te doen. De geriatrie heeft dringend nood aan meer erkenning, zowel maatschappelijk als op beleidsniveau. Dat is nodig om onze discipline meer op de kaart te zetten.

“Ageism zit in het hele gezondheidssysteem. Voor kinderen doen we het zus, voor volwassenen doen we het zo en voor ouderen… een beetje hetzelfde als voor volwassenen” 

Tijdens de coronacrisis kregen de pediaters een stem in het debat over de aanpak van de pandemie en in de onderwijskoepels. De geriaters werden geconfronteerd met de meest complexe pathologie, maar werden nauwelijks gehoord. Tijdens de eerste golf werd uitsluitend naar de pneumologen gekeken, tot die plots constateerden dat oudere patiënten niet meer aten, verward waren, ten val kwamen… Dan pas werden de geriaters erbij gehaald. Korte tijd later kon ik een geriatrische Covid-afdeling in het ziekenhuis openen. De geriaters hebben keihard gewerkt tijdens de eerste, de tweede en de derde coronagolf, met tussendoor ook nog de gevolgen van een hittegolf vorige zomer. Maar zijn we in beeld geweest? Hebben we erkenning gekregen? Is er naar ons geluisterd? Nauwelijks.”

U wijt dat gebrek aan erkenning mee aan ageism?

Ageism is aanwezig in de samenleving én in onze gezondheidszorg. Toen ik jaren geleden een revalidatieteam startte op de geriatrische dienst in AZ Alma, twijfelde een fysiotherapeut aan de zin ervan. ‘Je moet oude mensen toch niet te zeer vermoeien. Laat ze liever met rust. Waarom moeten zij per se nog kunnen stappen?’ In sommige woonzorgcentra kwamen kinesitherapeuten vroeger gewoon even langs om hun honoraria op te strijken, zonder verder veel uit te richten. Gelukkig is dat vandaag niet meer zo. We zetten met z'n allen in op het mobiel houden van de mensen. Natuurlijk kost dat vaak meer inspanning. Niets is gemakkelijker dan de revalidatie van gezonde, gemotiveerde patiënten zonder andere aandoeningen. Vaak merk je dat vooral dit profiel welkom is op Sp-diensten, waar ligdagen niet verantwoord hoeven te worden. Terwijl oudere mensen met multiple, complexe problematiek doorverwezen worden naar een kortverblijf in een woonzorgcentrum, waar de kinesitherapeut behandelingen geeft tegen de helft van het honorarium dat hij in zijn thuispraktijk kan vragen. Hierdoor verkleint de kans dat de patiënt goed gerevalideerd geraakt en terug naar zijn thuisomgeving kan. 

Nog meer discriminatie zien we bij de tegemoetkomingen. Voor ambulante revalidatie krijgt de patiënt een tegemoetkoming voor het vervoer. Voor revalidatie in het geriatrisch ziekenhuis krijgt de patiënt géén tegemoetkoming voor zijn vervoer. Mensen met een klein pensioen kunnen zich dat nauwelijks veroorloven. Ze kunnen natuurlijk naar een ambulant centrum gaan. Maar daar komen ze terecht in een context met heel andere revalidanten, bij wie ze zich helemaal niet op hun plaats voelen. Met als gevolg: ze gaan niet meer.

Om gelijkwaardige zorg aan oudere mensen te geven, moet moet je méér inspanningen doen. We weten dat een geriatrische patiënt na één week in bed drie weken revalidatie nodig heeft om zijn spierkracht terug te winnen. Op onze geriatrische afdeling bestaat geen ‘verplichte’ bedrust, behalve voor patiënten die met sepsis af te rekenen hebben of terminaal zijn. We mobiliseren ze vanaf dag één, zodat er geen spierverval en geen acute verwardheid optreedt. Alleen op die manier kunnen we ervoor zorgen dat mensen niet achteruitgaan door hun ziekenhuisopname zelf. Maar hier is omkadering voor nodig.”

U pleit voor een stabiel, interprofessioneel team rond de geriaters met niet alleen een hoofdverpleegkundige, maar ook een logopedist, ergotherapeut, kinesitherapeut, diëtist, psychologe en een sociale assistente. 

“Ziekenhuizen worden door de slechte financiering gedwongen om te besparen. De zwaksten zijn de eerste dupe. Voor oudere mensen is het belangrijk dat ze elke dag dezelfde kinesitherapeut hebben. Zijn er te veel wissels, dan heeft de therapeut angst om de patiënt te mobiliseren en dan heeft de patiënt ook geen vertrouwen in de therapeut, omdat er geen zorgrelatie is. Idem dito voor de contacten met de familie voor een patiënt met beginnende dementie. Kan de patiënt nog terug naar huis of niet? Dat is een proces dat een sociaal assistent samen met de familie moet gaan. Is er iedere keer een andere sociaal assistent, dan werkt dat niet. Voor directies is het schipperen en kiezen. Net omdat het zorgprogramma geriatrie geen stabiele omkadering heeft, zijn we een gemakkelijk slachtoffer. Voor het bariatrisch zorgprogramma legt de wet vast hoeveel VTE psychologische omkadering er moet zijn. Daar moet elk ziekenhuis zich aan houden. Voor het geriatrisch zorgprogramma vermeldt de wet alleen dat er een licentiaat psychologie nodig is, maar niet hoeveel VTE. Daarop kan dus heel gemakkelijk bespaard worden. Gezien de vele verlieservaringen (familie, huis, geheugen, functieverlies), niet verwerkte trauma’s, psycho-relationele problemen, ouderenmishandling… is er echt wel nood aan psychologische omkadering. Een wettelijk geregelde vaste omkadering zou een dienst geriatrie meer structuur en stabiliteit geven. We willen ook dat er financiering komt voor wat wordt opgelegd: 1 VTE verplichten en maar 0,8 VTE financieren in het Budget Financiële Middelen, dat kan niet werken.”

“De geriaters hebben keihard gewerkt tijdens de eerste, de tweede en de derde coronagolf, met tussendoor ook nog de gevolgen van een hittegolf vorige zomer. Maar zijn we in beeld geweest? Hebben we erkenning gekregen? Is er naar ons geluisterd? Nauwelijks”

Zorgt de zwakke positie van de geriatrie voor een negatieve spiraal? Wordt het moeilijker om jonge mensen - artsen, verpleegkundigen, kinesitherapeuten… - te overtuigen om te kiezen voor de geriatrie?

“Veel studenten starten studies geneeskunde met de wil om vanuit een holistische visie naar de mens te kijken. Doorheen de opleiding kiezen velen toch voor een orgaanspecialisme. Dat komt mee door het grote aantal docenten dat orgaanspecialist is. Als artsen-specialisten in opleiding stage lopen op een dienst geriatrie, merk ik wel de goesting bij die jonge mensen. Ze zien de complexiteit, de relevantie, de mogelijkheden om mensen te helpen. Geriatrische patiënten zijn de meest hulpbehoevende. Maar die stagiairs ervaren dat de werkdruk op geriatrie veel hoger is dan op meer technische diensten. Ondanks hun interesse is het daardoor dikwijls moeilijk om ze voor de geriatrie te winnen. Wat de verpleegkundigen betreft, speelt nog iets anders mee. We krijgen op geriatrie vaak eerstejaarsstudenten verpleegkunde op stage. Volgens hun leerplan moeten ze hier een bedbad leren geven. Terwijl wij net zo weinig mogelijk een bedbad geven! Op geriatrie komt alles samen: hart- en nierlijden, chirurgie, psychiatrie, voedingsproblemen, auto-immuunlijden… Hier zitten de meest complexe patiënten. En dan sturen ze studenten naar hier om een bedbad te leren geven. Dáár gebeurt de beeldvorming. Eigenlijk zouden studenten pas later in hun opleiding stage mogen lopen op een afdeling geriatrie. De hele beeldvorming moet dringend veranderen. Hetzelfde geldt voor de kinesitherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten. Op geriatrie krijgen ze de meest complexe uitdagingen.

Ageism zit in het hele gezondheidssysteem. Voor kinderen doen we het zus, voor volwassenen doen we het zo en voor ouderen… een beetje hetzelfde als voor volwassenen. We moeten af van die houding. Gelukkig groeit dat besef meer en meer, mee gesteund door wetenschappelijk onderzoek. Oncogeriatrie en nefrogeriatrie spitsen zich toe op specifieke domeinen. Ook rond sarcopenie zijn er hele nieuwe boeiende inzichten aan het ontstaan. 

Het is nu het moment om de ouderenzorg optimaal te organiseren, zodat we de komende 30 jaar de toestroom van babyboomers op een kwaliteitsvolle manier kunnen verwerken. AZ Alma heeft op 20 jaar tijd een geriatrische dienst uitgebouwd met 100 bedden, 6 plaatsen dagziekenhuis en 5 geriaters. Maar als je rekening houdt met de demografische gegevens en de noden, dan heeft het Meetjesland momenteel een capaciteit van 220 geriatrische bedden nodig in plaats van 100. Het  verder uitbouwen van het geriatrisch dagziekenhuis zal hoe dan ook een noodzaak en een meerwaarde zijn. Hiervoor hebben we vele jonge medewerkers nodig, maar ook rijpere en meer ervaren mensen met een positieve drive.”

Stel dat u van het beleid carte blanche krijgt, wat zijn uw drie grootste prioriteiten?

“Eerst en vooral het wegwerken van het ageism door alle wetten en regels te toetsen op mogelijke discriminatie van ouderen. Iedereen heeft recht op gelijkwaardige zorg, aangepast aan zijn noden en context. Ten tweede, een juiste financiering voor het zorgprogramma geriatrie én voor de outreachende functies. Ook de geriaters zelf verdienen een betere vergoeding, anders blijft de instroom veel te beperkt. Ten derde zou ik nog meer investeren in wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Dat is nodig, omdat ouderen de leeftijdsgroep is met de hoogste variabiliteit. Elke oudere patiënt heeft immers al een heel leven achter de rug, draagt een eigen geschiedenis met zich mee. Leeftijd als index heeft weinig waarde. Gewicht evenmin. Wat zegt een BMI van 21.5 kg/m² als 55% van het gewicht uit vetmassa bestaat in plaats van spieren? De frailty index houdt al meer rekening met de complexiteit. Maar we hebben nog betere indexen nodig voor goede zorg op maat.”

Geriaters werken met de meest kwetsbare mensen, die niet altijd voldoende gehoord worden. Maar ook de geriaters staan als groep zelden op de barricaden? Staan geriaters te weinig op hun strepen?

“Dat is inderdaad een werkpunt voor onze discipline. We worden zo opgeslokt door het dagelijkse werk, dat we daar te weinig aandacht voor hebben. We hebben boegbeelden nodig, zo werkt dat nu eenmaal. We vormen bovendien een relatief heel kleine groep in vergelijking met andere disciplines. En we zijn geen luide roepers, veeleer harde werkers.”

 

TEKST: FILIP DEVRUYNAERE • BEELD: JONATHAN RAMAEL

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.