14/07/2017
Technologie en innovatie Geestelijke gezondheidszorg

Er is nog heel wat terrein te ontginnen

4 juli 2017

PIONIER IN ONLINE HULPVERLENING

ER IS NOG HEEL WAT TERREIN TE ONTGINNEN

Herwig Claeys is een pionier van online hulpverlening in Vlaanderen. Hij is vooral actief voor de geestelijke gezondheidszorg. Vandaag werkt hij onder meer aan de interactieve website Depressiehulp die nu wordt getest in CGG De Kempen en CGG De Pont. Claeys ziet nog heel wat mogelijkheden, zowel op het gebied van preventie als in de diagnose, de behandeling en de opvolging van patiënten en cliënten. Al loopt het ook niet allemaal van een leien dakje. Een gesprek.

Herwig Claeys werkte meer dan 25 jaar als klinisch psycholoog. De jongste jaren is hij voltijds met online hulpverlening bezig. Hij is deels nog verbonden aan het CAD Limburg (Centra Alcohol- en Drugproblemen), maar ook daar coördineert hij de online projecten. Zijn eerste wapenfeit was Alcoholhulp, een gezamenlijk initiatief van CAD Limburg en CGG Kempen, ondersteund door de Vlaamse overheid. De website wil een breed publiek sensibiliseren en preventief werken. Problematische drinkers krijgen er ook online hulp via het stepped-care-principe: informatie, zelftest, zelfhulp, begeleiding, eventuele verwijzing naar ambulante of residentiële hulp. “Het gaat vandaag nog altijd in stijgende lijn met Alcoholhulp”, vertelt Herwig Claeys. “Recent is de website responsive gemaakt: hij werkt nu ook goed op tablet en smartphone. Vandaag kan je daar niet meer omheen. Ook de andere websites zoals Cannabishulp, Drughulp en Gokhulp maken we responsive. We werken de websites voortdurend bij op basis van feedback van hulpverleners en gebruikers. Dat werk is nooit af, omdat zowel de technologie als de zorgverlening blijven evolueren.”

Kennen al zijn projecten evenveel succes als Alcoholhulp of zijn er ook domeinen waar online hulp moeilijker loopt? “Vooral de initiatieven rond verslaving werken goed”, zegt Claeys. “Alcoholhulp steekt boven de rest uit, omdat die veel publiciteit gekregen heeft. Dat blijft nodig om mensen de weg te wijzen. Bovendien is verslaving een thema met een ruime doelgroep. Maar we hebben nog veel te leren. Online hulpverlening is nog vrij jong. We zijn begonnen met het omzetten van face to face zorgverlening naar een online context. Dat is allicht niet altijd de beste weg. We moeten meer vertrekken vanuit de sterktes die online biedt. De context is anders. Online bepalen cliënten veel meer het verloop van de zorgverlening dan face to face. We moeten dus meer aansluiten bij hun wensen en gewoontes, veeleer dan te vertrekken van wat wij denken dat goed is voor de mensen. User research zoals dat heet, groeit aan belang: hoe gedragen mensen zich online, wat vinden ze leuk, waar haken ze op af, wat werkt er en wat niet? Hoe beter we hierop inspelen, hoe meer succes online hulpverlening zal kennen.”

PREVENTIE

Online hulpverlening kan een rol spelen in alle fasen van de zorgverlening: preventie, diagnostiek, behandeling en opvolging. Herwig Claeys: “Wat preventie betreft, moeten we nog meer inzetten op goede informatie op onze websites. Mensen zoeken daar naar informatie en het is de plicht van elke organisatie om er werk van te maken. Veel websites zijn nog altijd organisatiegericht; cliënten vinden er geen antwoorden op hun vragen. Gelukkig gaat het stilaan de goede kant op, maar het gaat traag.”

herwig claeys

“Daarnaast zijn er initiatieven als de Zelfmoordlijn en Tele-Onthaal, die laagdrempelig inzetten op preventie via het chatten. Daarmee spreken ze vooral de doelgroep jongeren aan. Jammer is alleen dat de link tussen deze initiatieven en de tweede lijn nog ontbreekt. We moeten die kloof dichten. Iemand die chat met de Zelfmoordlijn zou online vervolggesprekken moeten krijgen indien nodig. Ofwel bij de Zelfmoordlijn zelf, ofwel bij een CGG, waar de hulpzoeker in eerste instantie ook anoniem zou kunnen blijven. Zo kan het vertrouwen groeien. Het zou de opstap naar ambulante hulpverlening verlagen. Het aantal suïcides in Vlaanderen is twee keer zo hoog als in Nederland. Daar is de hulp ook veel beter bereikbaar. Gelukkig nemen de CGG’s nu initiatieven in die richting. Dat is een belangrijke stap. Uiteindelijk zouden alle organisaties in zorg en welzijn met elkaar verbonden moeten zijn. Het aanbod is groot, maar verbrokkeld. Onduidelijkheid is troef voor de cliënt, die er geen boodschap aan heeft of een aanbod nu tot de eerste, de tweede of de zesendertigste lijn behoort. Mensen denken zo niet. Zeker niet online, waar alle grenzen wegvallen. Of je nu in Oostende of in Antwerpen woont, online heb je meteen contact zonder wachttijden en zonder poespas. Dat is wat de mensen willen.”

DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING

“Ook op het vlak van diagnostiek kan online hulpverlening de zorg ondersteunen. Een Nederlands programma biedt een hele batterij gevalideerde testen tegen een kleine betaling aan. Sommige CGG’s en CAW’s maken hiervan ook al gebruik. Ook zelftesten kunnen mensen op weg helpen: ze bieden dan wel geen diagnose, maar ze kunnen een richting aangeven.”

“Wat de mogelijkheden voor behandeling betreft, is Alcoholhulp een mooi voorbeeld. Samen met CGG Kempen en CGG De Pont ontwikkelen we nu iets gelijkaardigs voor depressie. We bieden 24 modules die uitgaan van diverse therapieën: cognitieve gedragstherapie, acceptance and commitment therapy enzovoort. Hulpverleners vanuit verschillende therapeutische richtingen kunnen er hun gading in vinden en een aanbod op maat van de cliënt samenstellen. Deze maand gaan beide CGG’s hiermee aan de slag. Eerst blended: een combinatie van face-to-facehulp en het online programma. Vanaf 2018 willen we het ook louter online aanbieden. Uiteraard met altijd de mogelijkheid voor face-to-facecontact als dat nodig zou zijn. Ook andere CGG’s zullen van die tool gebruik kunnen maken.”

“Ja, soms wordt beweerd dat er altijd eerst een face-to-face­contact moet zijn en dan pas online hulpverlening. Ik ben daar in principe ook voor. Maar een groep mensen haal je hiermee niet over de drempel. Zij willen eerst anoniem en online hulp. Denk opnieuw aan Alcoholhulp: het succes ervan is mee te danken aan de anonimiteit. Veel mensen kampen met schaamte en durven niet meteen een hulpverlener in de ogen te kijken. Het is net de bedoeling om ook die mensen te bereiken.”

VOLGEHOUDEN INSPANNING

Ondertussen groeit in Vlaanderen het draagvlak voor online hulpverlening. Al blijft de implementatie in organisaties een heikel punt. “Ik moet bekennen: dat loopt niet van een leien dakje. Vaak zie ik veel enthousiasme bij een klein aantal mensen in het begin. Maar als ze merken hoe moeizaam het soms gaat, vallen ze snel terug in oude gewoontes. Zeker bij blended hulpverlening, waar nog altijd die face-to-facecomponent blijft bestaan. Bij CAD Limburg en CGG Kempen experimenteren we nu met een andere aanpak. We richten ons op de nieuwe medewerkers en nemen die direct mee in bad. Zij pikken dat sneller op, hun weerstand is kleiner en eenmaal ze het vast hebben, blijven ze er ook mee aan de slag. Je mag in elk geval nooit denken dat je voor de implementatie van een online tool kunt volstaan met enkele trainingssessies. Het vergt een volgehouden begeleiding: voorzie minimum een jaar en organiseer om de drie à vier weken training of intervisie. Zo krijg je online hulpverlening ook bij oudere medewerkers op de sporen, anders niet.”

“Uiteraard moeten ook directie en beheer erachter staan, anders voelen online hulpverleners zich geïsoleerd. Het moet vanzelfsprekend worden om online hulpverlening deel te laten uitmaken van een teamoverleg. Voor elke nieuwe cliënt zou de vraag moeten worden gesteld of online hulpverlening iets kan bijdragen. Mooi in dat verband is dat CGG Eclips de notie ‘blended of niet’ heeft toegevoegd aan het elektronisch cliëntendossier. Zo versterk je de alertheid hiervoor.”

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE • BEELD: JOHAN MARTENS

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.