31/10/2017
Eerste lijn

Engagement zit in mijn bloed

31 oktober 2017

INTERVIEW MET HUISARTS DR. JOHAN WUYTS

ENGAGEMENT ZIT IN MIJN BLOED

Veel huisartsen nemen naast hun dagelijkse werk in hun praktijk nog extra engagementen op. Zo bijvoorbeeld dr. Johan Wuyts uit Tienen, voor wie de huisartsenpraktijk nog altijd nauw aansluit bij zijn idealisme als jonge student. “Als zelfstandige hebben wij geen uren”, glimlacht hij. “Al zou iets meer waardering van de overheid de motivatie van de huisartsen alleen maar versterken.”

Dr. Johan Wuyts is al 30 jaar huisarts. Samen met zijn echtgenote heeft hij een duopraktijk in Tienen. “Onze praktijk ligt in een arbeiderswijk vlakbij de suiker­fabriek”, vertelt hij. “We zien dan ook een heel divers publiek, met ook vrij veel kansarmoede.” Nadat dr. Wuyts in 1994 als stagebegeleider voor de KU Leuven aan de slag ging, krijgt de duopraktijk sinds 2011 versterking van een huisarts-in-­opleiding (HAIO).

“Toen mijn vrouw en ik in 1987 startten, kozen de meeste huisartsen nog voor een solopraktijk. Als koppel hebben we alles zelf uit de grond gestampt. Dat was niet evident, want geen van ons had een vast inkomen. Daarom kozen we van meet af aan naast de algemene huisartsen­geneeskunde voor een zekere diversi­fiëring: mijn vrouw was actief voor Kind en Gezin en specialiseerde zich in jongeren, zelf focuste ik mij op arbeids­geneeskunde en verzekeringsgeneeskunde. Ik engageerde mij ook als coördinerend en raadgevend arts (CRA) in het woonzorgcentrum Villa Hugardis in Hoegaarden, in de huisartsenkring en in tal van andere verenigingen. Dat is het voordeel van een duopraktijk of een groepspraktijk: je hebt meer mogelijkheden om je verschillende interesses bot te vieren.”

ENGAGEMENT EN BETROKKENHEID

“Engagement is heel belangrijk voor mij. Ik ben als huisarts een idealist gebleven. Al in mijn studententijd was ik erg betrokken. Ik ben preses geweest. Dat engagement zit in mijn bloed. Ook de kringwerking heb ik altijd boeiend gevonden. Vandaag ben ik voorzitter van de Huisartsenkring Zuid-Oost-Hageland (HAZOH), van het Lokale Multidisciplinaire Netwerk Tienen-Landen en van Vesa­li­us, de koepel van Vlaams-Brabantse en Brusselse Nederlandstalige huisartsenkringen. Ik stond mee aan de wieg van de huisartsenwachtpost in Tienen. 80% van de huisartsen stond erachter toen we vijf jaar geleden van start gingen. Vandaag is iedereen mee. Zelfs de tegenstanders van toen zijn nu overtuigd van het nut ervan. We ondersteunen elkaar en samenwerken wordt meer en meer een evidentie. En zo blijft het balletje rollen. Vandaag ben ik ook actief in Wachtposten Vlaanderen en in de werkgroep Medicomut-Huisartsenwachtposten van het Riziv. Die opdracht is de jongste maanden vrij intensief, omdat minister De Block er sterk op inzet. Ze wil over vier jaar wachtposten over het hele grondgebied. Ik sta daar helemaal achter, al is het niet overal vanzelfsprekend. Vanuit mijn ervaring probeer ik ondersteuning te geven. Met de werkgroep streven we ernaar om iedereen mee te krijgen op een aangename manier, ook al is het een verplichting. Uiteindelijk staan de wachtposten ten dienste van de patiënten.”

johan wuyts

“Ook in het 1733-verhaal heb ik me geëngageerd in de werkgroep. Tienen-Leuven neemt deel als pilootproject voor gevalideerde protocollen. Ik heb meegewerkt aan de voorbereiding daarvan. Ik vind dat allemaal erg boeiend. Ook het overleg met de spoedartsen geraakt stilaan op de sporen. In het begin is het altijd wat zoeken en aftasten, maar we groeien naar een sterk geheel, mede dankzij de begeleiding van prof. Sabbe van de KU Leuven, maar ook met de steun van de plaatselijke ziekenhuizen en huisartsenkringen. We hebben nog een weg te gaan, maar het werk schiet op. De afspraken over de niet-planbare zorg 24 uur per dag en 7 dagen per week komen eraan. Binnenkort starten we met de weekends. In 2018 worden de protocollen uitgerold over het hele land, met een telefonische triage in de alarmcentrales, die zo goed mogelijk aansluit bij fysieke triages.”

HET GROTERE GEHEEL

“Samenwerking is de rode draad in al mijn engagementen. Dat heb je goed gezien. Ik ben ervan overtuigd dat samenwerken in netwerken van zorg de toekomst is, maar als solohuisarts kan je natuurlijk ook nog waardevolle dingen doen. Ik ben een kring-mens. Ik geloof in de kracht van het grotere geheel. Veel jonge huisartsen kiezen vandaag voor een groepspraktijk. Toch moeten we geen mastodonten worden. Onze plaats als huisarts is dicht bij de patiënten. Als de praktijken te groot worden, vergroot het risico op afstandelijkheid. Het moet overzichtelijk blijven voor de patiënt.”

“Het is verrijkend om samen te werken met andere hulpverleners. Je leert, je geeft door, je zet samen de lijnen uit. En samen slaag je er ook beter in om de pa­tiënt centraal te stellen. Ik zie de rol van de huisarts als een soort van stuurman, die een ploeg om zich heen nodig heeft. Elke hulpverlener heeft zijn expertise: de kinesitherapeut, de diëtist, de psycholoog… Niemand kan het vandaag nog alleen. Daarvan moeten we ons goed bewust zijn.”

“De huisartsengeneeskunde evolueert voortdurend. Meer en meer komt de aandacht op de chronische zorg te liggen. In Tienen hebben we een chronic care project met een focus op kansarmoede. Zoiets kan je alleen in een groter team, met partners uit de welzijnssector en de lokale overheid. Het vergt een extra inspanning, maar het is tegelijk zo boeiend. Wie bereid is zich daarvoor te engageren, merkt trouwens ook bij anderen hoeveel engagement er nog is. Je stopt er niet alleen energie in, je krijgt er ook heel veel energie voor terug.”

MULTIDISCIPLINAIR OVERLEG

“Met alle CRA’s uit de regio komen we om de drie maanden samen. We werken gezamenlijk projecten uit, bijvoorbeeld over infectieparameters of rond psychogeriatrie. Door het gebrek aan plaatsen in de psychiatrie komen ouderen met een psychische kwetsbaarheid vaak in een woonzorgcentrum terecht. Dat zijn niet de gemakkelijkste patiënten. Elk woonzorgcentrum heeft er enkele. Ook hier kunnen we beter de krachten bundelen en onze expertise delen. We werken daavoor nauw samen met de Psychiatrische Kliniek Alexianen in Tienen. Zo blijven we onze netwerken uitbouwen en versterken.”

“Multidisciplinair overleg is in elke context belangrijk. Ook als CRA. Jaarlijks heb ik één of twee keer een overleg met elke bewoner, zijn familie en de zorgverleners. Niet om te controleren, maar om samen te leren. In de winter van het leven staat de kwaliteit van leven centraal in onze zorg. Als CRA wil ik op een lijn zitten met het beleid in het woonzorgcentrum. Dat is in ieders belang.”

“Diezelfde aandacht voor multidisciplinair overleg zie je ook tussen de huisartsenkring en het ziekenhuis in Tienen. Driemaandelijks komen we samen. Voor het pilootproject 1733 lag het iets ingewikkelder, met ook het UZ Leuven en het Heilig Hartziekenhuis Leuven als partners. Maar die investering in samenwerking en overleg loont dubbel en dik.”

“Financieel is dat jammer genoeg nog niet altijd het geval. De investering in overleg is onbezoldigd en kost heel wat tijd. Als zelfstandige heb je geen uren, denk ik dan maar. Al hoop ik dat de overheid hier oog en begrip voor heeft. Huisartsen mogen best wat meer worden gewaardeerd voor hun engagement. Anders wordt het moeilijk om mensen gemotiveerd te houden. De waardering van de artsen en van de patiënten is er, maar daarmee kunnen we onze boterham niet beleggen hé.”

 

TEKST: FILIP DECRUYNAERE • BEELD: JAN LOCUS

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.