11/07/2018
Algemene Ziekenhuizen

Netwerkende artsen

OPINIES & GETUIGENISSEN

NETWERKENDE ARTSEN

MARC GEBOERS • 11/07/2018

Als alles volgens plan verloopt, met andere woorden wanneer de nieuwe ziekenhuiswet wordt gestemd, dan gaan eind dit jaar de ziekenhuisnetwerken echt van start. Het maken van onderlinge afspraken over zorgopdrachten impliceert vanzelfsprekend ook de samenwerking tussen artsen. De uitdagingen om die samenwerking tot een succes te maken, zijn geen klein bier.

De vele fusies tussen ziekenhuizen uit het verleden brachten al vaak artsengroepen samen in een nieuwe constellatie. Maar de netwerken die nu op stapel staan vergen wel een samenwerking op een veel grotere schaal. Waar het bij een fusie meestal gaat om twee ziekenhuizen, zullen de netwerken nu soms tot vijf, zes of wel zeven ziekenhuizen samenbrengen, met evenzovele artsengroepen, elk met hun eigen onderlinge afspraken, tradities en gewoonten. Wat hebben de vorming van grotere artsengroepen of -associaties in de fusies ons geleerd over de essentiële randvoorwaarden voor een succesvolle samenwerking?

Het belangrijkste sleutelwoord is ongetwijfeld transparantie: transparantie tussen artsen onderling en transparantie tussen artsen en ziekenhuizen. Spontaan denkt men dan vooral aan een duidelijk zicht op het financiële plaatje. De ervaring leert echter dat transparantie over de tijdsbesteding van de verschillende artsen (het zgn. "timaat") minstens even belangrijk is. Het gaat dan om klinische werktijd, activiteit binnen of buiten het ziekenhuis, administratieve functies, wetenschappelijk werk...

Alle activiteiten moeten op tafel worden gelegd om tot een compleet beeld te komen. Ook de ziekenhuizen kunnen hiertoe bijdragen door informatie aan te reiken vanuit hun administratie. Dat veronderstelt een bijzonder groot vertrouwen onder alle betrokken partijen. Correcte en betrouwbare informatie is een noodzakelijke voorwaarde om goede beslissingen te nemen. Om alles goed te kunnen objectiveren kan externe begeleiding een nuttige piste zijn.

Het belangrijkste sleutelwoord bij de netwerkvorming is ongetwijfeld transparantie

Daarnaast is het essentieel om de effecten van een doorgedreven samenwerking binnen een artsengroep op andere disciplines goed in kaart te brengen. Beslissingen over werkverdeling met impact op andere specialismen worden best vooraf grondig doorgepraat. Het zou immers maar wat vervelend zijn als een werkregeling van de ene groep tot effect heeft dat een andere groep zijn activiteiten niet meer ten volle kan ontplooien. Ook hier kan het ziekenhuis helpen door de flow van de zorgprogramma's mee in kaart te brengen. Bovenal moet er een gedeeld geloof in de waarde van het toekomstig project aanwezig zijn. Het gaat immers niet over een eenvoudige win-winformule, maar over een win-win vermenigvuldigd met het aantal deelnemers aan het project: (win x win) X.

De aansturing van grote artsengroepen is niet evident. In het wetsontwerp van de netwerken is de functie van de medische diensthoofden niet meegenomen. We vallen dus terug op de bestaande omschrijving in de ziekenhuiswet. En die is op zijn zachtst gezegd veeleer wazig. Toch dienen ziekenhuisoverschrijdende diensthoofden heel wat ballen tegelijk in de lucht te houden. De nodige ondersteuning zal hier nodig zijn om niet kopje onder te gaan.

Transparantie en vertrouwen zijn sleutelwoorden in elke succesvolle samenwerking. Willen ziekenhuizen en artsen vlot samenwerken, dan zijn vlotte en snelle beslissingsprocedures cruciaal. Duidelijke afspraken en voldoende aandacht voor de omgeving moeten helpen om de vorming en operationalisering van de klinische netwerken tot een succesverhaal te maken.


Deze column verscheen in Artsenkrant op 11 juli 2018.

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.